Deze week bracht ik met mijn dochter een bezoek aan London voor de wereldkampioenschappen hockey voor dames. In Lee Valley op het programma Nederland tegen China. Als fervent voetballer was het even schakelen toen mijn beide kinderen tegen een hockeybal gingen slaan. Wat een verademing deze sport. Razendsnel, geen buitenspel, doorlopend wisselen, 40 seconden om na een goal weer te starten. Direct afstand nemen na een fout. Geen gemekker van spelers, dan lig je er meteen met een tijdstraf uit. Toppers die na de wedstrijd toegankelijk en benaderbaar zijn voor de jeugd. Een krachtmeting. Snelheid en actie. Puurheid. Respect. In en om het veld. Zoals sport moet zijn. Hockey heeft zich duidelijk doorontwikkeld zonder de kern van sportbeleving uit het oog te verliezen.
En voetbal op macro niveau is helemaal de weg kwijt.
Op het WK voetbal in Rusland zag je een sprekend voorbeeld van het conservatieve gedrag in de voetbalsport. Met de FIFA en andere bestuurlijke organen voorop. Neem de introductie van de VAR. In de wetenschap dat dit in meerdere sporten al lang gesneden koek is, stond bij het voetbal iedereen op de banken. Een regelwijziging die als uitermate progressief en baanbrekend beleef wordt. Introduceren wij het alleen net anders, zeg maar behoudender. De videoref die het scherm beoordeeld mag namelijk niet het eindbesluit nemen. Nee, dat doet de scheidsrechter die zojuist de beslissing in het veld al had beoordeeld. Huh? Als een slager die je vraagt zijn eigen vlees te keuren. Voetbal leert zelfs niet van zijn concullega sportbestuurders.
Nu kijk je dus gemiddeld 98 minuten naar de nodige rondtollende acteurs. Met spelers die schreeuwend tegen de arbiters hun gelijk proberen te halen. Pak nu Neymar. Deze Braziliaanse Noerejev die, als je zijn kleine linkerteen licht toucheert, een langdurig met pijn verbeten pirouette kan produceren. Dat is het uithangbord voor onze voetbaljeugd. Die gast kan geweldig voetballen, maar dat gedrag kan natuurlijk echt niet. Bij het hockey zit je direct aan de kant. Gewoon een simpele regel. Benadeel je je team en kun je op het bankje uithuilen. Als de FIFA ballen had gehad, stuurde ze hem na de wedstrijd tegen Mexico direct naar huis. Ik hou mijn hart vast voor de start van de competities. Zie je je zoon of dochter ineens bij de jeugd 5 minuten op de grond tollen, kermend van de pijn als een volleert acteur, de tegenstander een kaart ‘aannaaiend’. Afschuwelijk.
Als voetballiefhebber zit ik me de laatste jaren meer en meer mateloos te ergeren. Deze fantastische sport kent veel vervelende facetten die zo ingeburgerd zijn, dat we ‘het normaal’ zijn gaan vinden. Nodeloos tijdrekken bij een ingooi, corner of vrije trap. Het muurtje op afstand zetten duurt vaak alleen al 3 minuten. (Fake) blessures, bij het minst of geringste je laten vallen, vragen om een kaart, mekkeren op de arbitrage, overdreven juichen. Ook in de spelregels geen enkele aanpassingen die de attractiviteit en snelheid verhogen. Of dit gedrag keihard de kop indrukken. Nagenoeg geen inzet van nieuwe technologische middelen om foutieve beslissingen op cruciale momenten te managen.
En voetbal op macro niveau is helemaal de weg kwijt. Megalomane transferbedragen. Ik bedoel 40 miljoen voor een derderangs linksback is tegenwoordig heel normaal. De locale held die er net zoveel van kan, moet vaak het veld ruimen voor deze aankoop van een buitenlandse investeerder die zijn club als speeltje ziet. Doorselecteren van jonge ventjes die op 6 jaar al gecontracteerd worden. Topclubs die met schaduw tweede teams werken vanwege de hoeveelheid wedstrijden die ze moeten afwerken. Met spelers die in de andere competities zo om de prijzen meedoen, maar nu wegroesten op de bank in het tweede elftal. Toernooien die uit de voegen barsten, een overvloed aan wedstrijden. Voetbal als bedrijf zit in de levenscyclus op de piek. Uitmelken en nog meer geld verdienen is het devies. Het beleid is daarop gericht. We doen allemaal mee, met de FIFA voorop.
In ‘the grand scheme of things’; de aantrekkelijkheid, charme en schoonheid van het voetbal neemt voor mij rap af. De focus in de top ligt alleen maar op meer geld verdienen, het concept uitmelken. Er zijn toch nagenoeg geen verrassingen meer?! De Champions League is de laatste jaren enorm uitgebreid. Met als resultaat dat er vanaf de kwartfinale geen verrassingen zijn. En Real de beker wint. Talenten in nationale competities worden weggekocht, voordat je überhaupt een seizoenkaart kunt kopen om ze te zien spelen. Ik snap deze jongens en clubs wel. Lokale clubs houden zo net hun hoofd boven water en spelers kunnen de miljoenen niet weerstaan. Allemaal negatieve bijeffecten in gang gezet door de cash cow die voetbal is geworden. Grote competities en grote clubs worden nog groter door de televisie,- en sponsorinkomsten. En dus de facto de kleinere steeds kleiner. Die haken uiteindelijk af. Terwijl in de ‘sweetspot’ van je bestaan, je juist disruptief moet denken. Een nieuw concept ontwikkelen. Transformeren. Zonder de kern van de beleving weg te halen.
Gezien de magnitude van deze mondiale sport, de enorme geldstromen en belangen én met mensen als Infantino aan de macht, heb ik helaas een hard hoofd in deze broodnodige reset. De gevestigde orde in de voetbalwereld durft niet echt te veranderen. De meeste bestuurders zijn uitermate conservatief, niet disruptief. Waar blijft de serieuze transformatie die zorgt dat competities aantrekkelijk blijven. Dat mijn kinderen blijven kijken naar deze mooie sport? In het bedrijfsleven is het disruptie wat topmanagement vaak wakker schud. Je kent de voorbeelden wel. Whatsapp die de SMS markt van telecombedrijven in één dag volledig op zijn kop zette. Weg cash cow. AirBnB die zonder een hotel te bezitten de hotel wereld op zijn kop heeft gezet. De FIFA gaat zelf deze beweging niet maken, die zijn aan het melken. Dus wil de Uber van het voetbal vandaag graag opstaan alstublieft!
Precies! De reden(s) voor mij om eigenlijk nooit meer naar voetbal te kijken. Op enkele WK wedstrijden na.
LikeLike
Helemaal mee eens Joep
we geven ze “de FIFA” nog tot Qatar (kerst) 2022 !!!!
LikeLike